Project Description
De naam vertelt het al. Het was een visboot van de kust. Geen boot die de zee op ging, daarvoor was hij niet mans genoeg. Hij bleef binnen de remmingswerken van de haveningang, in de nabijheid van de IJzersluizen, waar hij langs de oever of op een ondiepte afgemeerd lag aan twee zeer lange staken. De staken werden door grommers gestoken en vervolgens diep in de modder gedreven zodat hij roerloos op zijn plaats bleef liggen. Hij beschikte over een groot kruisnet dat bediend werd door een lier op de doft. Voor de lier stond een kraanarm opgesteld voorzien van een éénschijfsblok om het net op en neer te laten. Als het net geaasd was werd het op de bodem neergelaten en pas na enkele uren weer opgehaald, de vangst gesorteerd en opgeborgen, waarna dezelfde handelingen werden herhaald. Vissen met het kruisnet was bij voorkeur nachtwerk. ‘s Morgens werd de vangst opgekocht door de omliggende restauranthouders en particulieren. Na de tweede Wereldoorlog is deze soort visserij langzaam uitgestorven.
De boot was in de regel groter dan de gewone schippersboot. Het opgemeten exemplaar is een van de laatste die in bedrijf zijn geweest en behoort nu tot de collectie van het Nationaal Scheepvaartmuseum van Antwerpen. De voornaamste afmetingen bedragen: lengte over de stevens 5,91 m, grootste breedte 2,09 m.