Project Description
Kijk ook bij:
De Antwerpse knots is een vissersvaartuig van de Schelde, meer bepaald een garnaalvisser, maar platvis kwam ook aan de orde. De voornaamste uitrusting voor deze visserij bestond uit een grote kor met een fijnmazig net. Zijn visgebied beperkte zich tot de Westerschelde vanaf het Nauw van Bath. De naam knots zou te maken kunnen hebben met zijn vorm. Vele zijn vooraan breder en voller dan van achter. Of dit zo is blijft maar de vraag. De grote binnenschepen als otters en pleiten vertoonden aan het einde van de 19de eeuw dezelfde kenmerken, zodat we hier te maken hebben met een eigentijds verschijnsel, ze zijn waarschijnlijk niet altijd zo geweest. Andere zien een verwantschap met het Maassluis platje vanwege de gelijkenis. Niets is meer misleidend om de herkomst van een type te bepalen. Laten we het houden bij de vaststelling dat de knots een Brabants scheepje is met alle kenmerken van dien. Daarbij komt nog dat elke scheepsbouwerbaas en niet te vergeten elke visser zo zijn eigen opvattingen had over wat doeltreffend is om te vissen. De lengte van de knots lag tussen de 8 en 12 meter. Hij was uitgerust met een gaffeltuig. Het is jammer dat na de Eerste Wereldoorlog, toen de visserij op de Schelde ter ziele ging, niemand het initiatief heeft genomen een van deze boten op te meten. De beste informatie is afkomstig van de kunstenaar Maurice Seghers. Hij heeft de knotsen niet alleen geportretteerd, maar ook schetsen met beschrijving nagelaten, wat toen uitgemond is in de bouw van enkele scheepsmodellen. De heer J. Van Beylen, toenmalig conservator van het Nationaal Scheepvaartmuseum van Antwerpen, heeft aan dit onderwerp veel onderzoek gewijd en er een boek over geschreven.
In een notarisakte van 1823 betreffende de verkoop van een knots vinden we voor het eerst een melding van zijn bestaan. De akte stelt het zo voor,” een knotsschuit met alle zijne toebehoorten genaemd Franciscus Antonius van Antwerpen groot twaaf starren ofte twaalf ellen nederlandsche maate ende zoo ende gelijk hetzelve thans is liggende op de timmerwerf te Niel.” Men was net overgestapt van voetmaten naar het metrisch stelsel, de ellen zijn even later meters geworden. De knotsen werden op verschillende werven in het Scheldegebied boven Antwerpen gebouwd, zelfs op de werf van Van Damme te Baasrode. In de loonboeken van de werf biedt in het jaar 1864 een zekere Peleman zijn knots aan voor een nazicht en later in hetzelfde jaar komt visser Pauwels met zijn knots op de helling. De eerste melding van nieuwbouw vindt plaats op 9 april 1870 en een andere op 3 december 1881. Het jaar daarop zijn er veel meldingen van knotsen, waarvan niet duidelijk is of het nieuwbouw betreft of herstelling, maar vanaf deze datum tot 1893 wordt visserman Jespers een regelmatige klant van de werf. In het jaar 1886 komt ook een zekere Nooding met zijn knots naar de werf. De aanwezigheid van de knots op deze verafgelegen werf in Baasrode zou misschien een aanwijzing kunnen zijn dat hij ook op andere plaatsen dan Antwerpen een thuishaven heeft gehad.