Scheepsplannen

Bij het bouwen van modellen werkt de School aan de hand van verschillende historische documenten en scheepsplannen. Het scheepsplan betreft het scheepsontwerp met de afmetingen en verhoudingen. Zo heb je zeil-, lijnen- en constructieplannen. Een lijnenplan bv. is één der tekeningen die deel uitmaken van het bouwplan van een schip en waarop de lijnen of vormen van de romp zijn getekend.

Zo een plannen lezen, begrijpen en toepassen vraagt kennis en expertise. Kom op een zaterdag naar de School. De modelbouwers geven je graag meer uitleg.

Geïnteresseerd? Mail dan je bericht via het contactformulier

Méér weten over
een bouw- of constructieplan

Een plan dat voor de bouw van een schip wordt gebruikt en uit meerdere tekeningen bestaat zoals het algemeen plan of inrichtingsplan, het lijnenplan, het bewerkt grootspant, het tuigplan en eventueel ook detailtekeningen van onderdelen.

Méér weten over
een lijnenplan

De tekening bestaat uit drie delen, die ieder een projectie van de romp weergeven:

  • de spantentekening of het spantenbord, een projectie van de romp van voren en van achteren
  • de verticalentekening of lange tekening, een projectie van de romp in de langsrichting of het profiel
  • de waterlijnentekening of het halve breedteplan, een projectie van de halve romp van bovenaf gezien.

Door de combinatie van deze drie projecties kan men ieder punt van de romp vastleggen en de vorm ervan uitbeelden. Behalve de werkelijke lijnen worden ook nog controlelijnen gebruikt zoals de senten en de spanteninhoudskromme.

Méér weten over
een zeil- of tuigplan

Een zeil- of tuigplan is in principe een tekening op schaal van het tuig en de tuigage van een schip. In de praktijk is het meestal een schematische tekening op schaal van het tuig, weergegeven op een profieltekening van de romp. Zij duidt aan: de plaats, de samenstelling en de helling van de masten, evenals de afmetingen ervan, alsook van de raas, de oppervlakte van de zeilen en eventueel de plaats van het zeilzwaartepunt.

Bron: Zeilvaart Lexicon – Jules Van Beylen